Eet- en drinkbeleid in ouderenzorginstellingen

In zorginstellingen voor ouderen staat goede voeding hoog op de agenda. Niet zonder reden: voeding is onmisbaar voor het behoud van gezondheid, mobiliteit en mentale fitheid. Toch kan het beleid rondom eten en drinken, hoe goed bedoeld ook, in de praktijk leiden tot spanningen. Want hoe ver ga je in het nastreven van gezondheid, als dat ten koste gaat van het laatste beetje leefplezier?

Beleidskaders en doelstellingen

In de meeste ouderenzorginstellingen wordt het eet- en drinkbeleid opgesteld in overleg tussen diëtisten, artsen, verpleegkundigen en beleidsadviseurs. Het doel: de gezondheid en veiligheid van bewoners bevorderen. Dit beleid stoelt doorgaans op drie pijlers:

  1. Voedingswaarde en veiligheid
    Ouderen krijgen maaltijden die afgestemd zijn op hun behoefte aan eiwitten, vitamines, mineralen en voldoende energie. Risico’s zoals ondervoeding, uitdroging en slikproblemen worden actief gemonitord.

  2. Medisch verantwoord eten
    Er wordt rekening gehouden met medische aandoeningen zoals diabetes, hoge bloeddruk of nierproblemen. Hiervoor gelden vaak restrictieve diëten, zoals zoutarm, suikervrij of vetarm eten.

  3. Structuur en regie in de zorg
    Door vaste eetmomenten, groepsmaaltijden en centraal georganiseerde menukeuzes wordt structuur aangebracht in de dagbesteding. Dit draagt bij aan rust en overzicht voor zowel bewoners als personeel.

Alcohol, snacks en verwenmomenten: mag dat nog?

Alcoholgebruik is vaak toegestaan, maar onder voorwaarden. Een glas wijn bij het eten of een borrel op feestdagen behoort vaak tot de mogelijkheden, mits het past binnen de gezondheidssituatie van de bewoner. Ook snacks zoals chips, koekjes of een brownie zijn meestal beschikbaar, maar niet onbeperkt. Hier ontstaat vaak het spanningsveld: wat is nog verantwoord, en wat is gewoon menselijk genieten?

Als beleid averechts werkt

Hoewel het beleid is opgesteld met de beste intenties, kan het in de praktijk soms averechts werken. Een paar voorbeelden:

  • Overmatige beperking
    Een bewoner die jarenlang gewend was elke avond een borrel te drinken, moet daar ineens mee stoppen omdat het “niet meer goed voor hem is”. Het verlies van dit ritueel kan leiden tot frustratie of zelfs depressieve gevoelens.

  • Onpersoonlijke keuzes
    Centrale menuplanning zorgt voor efficiëntie, maar beperkt soms de autonomie van bewoners. Wie gewend was om zelf zijn boterham te beleggen met oude kaas en een lik mosterd, vindt nu een gestandaardiseerd broodje met dieetkaas op zijn bord.

  • Het negeren van leefplezier
    Gezondheid wordt vaak gezien als hoogste goed, maar voor ouderen in hun laatste levensfase is leefplezier soms belangrijker dan levensverlenging. Een suikervrij dieet kan iemands kwaliteit van leven verlagen als die persoon zijn grootste genoegen haalt uit een dagelijkse stroopwafel bij de koffie.

De ethiek van ‘gezond houden’

De kernvraag is dan ook: voor wie en waarvoor zorgen we eigenlijk?
Het uitgangspunt in de zorg zou moeten zijn dat ouderen niet alleen zo lang mogelijk, maar ook zo goed mogelijk leven. Wanneer maatregelen tegen ondervoeding, diabetes of vallen leiden tot een verlies van autonomie, sociale beleving of eenvoudige genietmomenten, is het de vraag of het beleid zijn doel nog dient.

Het vergt maatwerk en empathie om die balans goed te bewaken. Ouderen verdienen regie over hun eigen leven, ook als dat betekent dat ze kiezen voor een boterkoek boven een verantwoord biscuitje. In gesprek blijven met bewoners, familie én zorgteams is daarom essentieel. Niet alles wat medisch verantwoord is, is automatisch menselijk verantwoord.

Richting een mensgericht eetbeleid

Steeds meer instellingen kiezen gelukkig voor een meer persoonsgericht beleid. Daarbij staat niet het medisch protocol centraal, maar het leven en de wensen van de bewoner. Dit betekent bijvoorbeeld:

  • Flexibel omgaan met diëten als een bewoner bewust kiest voor iets ongezonds.

  • Keuzemogelijkheden bieden in snacks en drankjes.

  • Het betrekken van bewoners bij menuplanning.

  • Aandacht voor cultuur, gewoontes en rituelen rondom eten.

Conclusie

Het eet- en drinkbeleid in ouderenzorginstellingen moet meer zijn dan een lijst met regels. Het is een ethische afweging tussen veiligheid en autonomie, tussen gezondheid en menselijkheid. Ouderen hebben recht op een leven waarin ze zichzelf mogen zijn, inclusief hun favoriete hapjes en drankjes. Gezond leven is belangrijk, maar genieten ook.

Misschien vind je ook leuk...